Bouwhistorische inventarisatie
In deze fase wordt in hoofdlijnen onderzoek gedaan naar de mogelijke aanwezigheid van cultuurhistorische waarden. Veelal gaat het hier om een gebied, zoals een dorp of stad of een stadsdeel. Een bouwhistorische inventarisatie wordt vaak verlangd door gemeenten bij het opstellen van hun beleidsvisie over cultuurhistorie. Sinds 1 januari 2012 zijn gemeenten wettelijk verplicht om in een bestemmingsplan ook de bovengrondse cultuurhistorische waarden aan te geven en hoe ze hiermee om willen gaan. Daarvoor werd alleen gekeken naar archeologische waarden.
Het veldwerk wordt op straatniveau uitgevoerd en richt zich op de structuur van gebouwen, gevels en straten. Daarnaast wordt archiefonderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van het gebied verricht en worden met behulp van oude kaarten ontwikkelingen vastgesteld.
Naast een rapport worden vaak bouwhistorische of cultuurhistorische waardenkaarten gemaakt waarop per pand in de gemeente wordt aangegeven of er informatie over beschikbaar is en zo ja welke.
Gaat het onderzoek over een specifiek object of een kleiner ensemble dan is sprake van een bouwhistorische verkenning. Zie hiervoor ‘bouwhistorische verkenning‘.